Abwin Luteijn is twaalf jaar manager van zorgverzekeraar Pro Life. Een periode waarin het ledenbestand van de christelijke zorgverzekeraar de honderdduizend bereikte. Abwin: “Christelijke zorg gaat over identiteit, dat vind ik van wezenlijk belang. Het gaat mij aan het hart dat slechts twintig procent van de christenen kiest voor christelijke zorgverlening.”
Abwin heeft een brede interesse en een volle agenda. Hij combineert zijn taken ogenschijnlijk zonder al te veel stress. “Ik kan me heel goed ontspannen, ook terwijl ik 24/7 bereikbaar ben voor iedereen.” Thuis vindt hij het heerlijk om te lezen. De bibliotheek is het hart van zijn huis, de achtduizend boeken die hier staan, heeft hij bijna allemaal gelezen. “Mijn interesse is breed, maar Bijbelse romans lees ik graag. Door zo’n roman zie je een Bijbels figuur weer met heel andere ogen. Ik houd ervan om in boekhandels te snuffelen. Verder lees ik veel vakliteratuur, theologie en management.”
“Ik zie dat de menselijke maat en je eigen verantwoordelijkheid uit de zorg is weggehaald”
– Abwin Luteijn
Gastvrij
Abwin zit er niet alleen graag zelf, de bibliotheek is hét verzamelpunt van diverse clubs uit zijn gemeente. Met zijn gezin is hij aangesloten bij Kruispunt Vathorst, een missionaire kerk en samenwerkingsverband van CGK, NGK en PKN. Abwin is ook kerkenraadslid. Door zijn werk voor Pro Life komt Abwin in aanraking met christenen uit allerlei denominaties. “Ik heb geleerd te waarderen dat je in al die kerkverbanden kinderen van God ontmoet die van de Heere Jezus houden. Daardoor krijg je een breder beeld van God.”
Mannenhuishouding
“Met drie zoons leeft mijn vrouw in een mannenhuishouding”, lacht hij. “Inmiddels heeft ze tegen wil en dank ongeveer alle automusea in Europa al gezien. Als tegenwicht houden we daarom mamadagen. Dan verzinnen we een leuke verrassing voor haar. En af en toe hebben we een mannendag. Even lekker weg met de jongens, wat rust creëren voor mama.” Abwin en Monique houden van musea en hebben dat met succes overgebracht op hun kinderen. “Ook is iedereen gek op spelletjes. Op oudejaarsavond geven we het geld, dat bij een gemiddeld gezin opgaat aan vuurwerk, uit aan een leuk spel dat we die avond dan spelen.” Abwin geniet van zijn rol als vader. “Ik ben eigenlijk verbaasd dat het me zo goed bevalt.” Op zijn negentiende had hij zijn eigen bedrijf dat hij op 22-jarige leeftijd verkocht. “Ik was het prototype yup, voordat ik een familieman werd. Huisje-boompje-beestje paste niet bij mij.”
Menselijke maat
Christelijke zorg is voor Abwin van wezenlijk belang. “Tien jaar geleden kwam ik zelf met zorg in aanraking. Dat heeft mijn leven veranderd. Door apneu, een slaapstoornis, moest ik ’s nachts aan de beademingsapparatuur. Die nam mijn beademing over. Ik was bang om te gaan slapen. Totdat ik besefte: dat apparaat zorgt dat ik kan ademen, maar de levensadem heb ik van God gekregen.” Abwin werd door zijn eigen ziekte geconfronteerd met de invloed die zorgverzekeraars hebben in de zorg die mensen krijgen. “Ik zie dat de menselijke maat en je eigen verantwoordelijkheid uit de zorg is weggehaald. Die wil ik terugbrengen.”
Toen hij tijdens een sabbatical gevraagd werd om manager te worden van Pro Life ging hij die uitdaging aan. “Toen ik bij Pro Life begon, hadden we zeventienduizend verzekerden en stonden we onderaan de klanttevredenheidsladder. Nu hebben we meer dan honderdduizend leden en staan we met een 8,1 in de top 3 van klanttevredenheid. We hebben onze doelgroep breder getrokken: niet alleen de reformatorische markt, maar breed christelijk. Het Pro Life-gedachtegoed is te belangrijk om dit het exclusieve eigendomsrecht te laten zijn van één denominatie. Tegelijkertijd hebben wij de uitbreiding gedaan van ‘tegen abortus en tegen euthanasie’ naar ‘toegang tot christelijke zorg’. Het gaat mij aan het hart dat slechts twintig procent van de christenen kiest voor christelijke zorgverlening. Bij Pro Life is dat overigens veertig procent. De meerderheid kiest voor niet-christelijke psychologen of thuiszorg. Dat is jammer. In de eerste plaats ontzeggen ze zichzelf een heleboel en in de tweede plaats is bundeling van krachten en zorgvraag nodig om christelijke zorg in Nederland in stand te houden. Belangrijk vind ik ook dat christelijke zorg toegankelijk is voor iedereen. Dat is volgens mij ook een Bijbels principe. Een mooi voorbeeld hiervan vind ik bijvoorbeeld het Leger des Heils. Als gemeenten er niet uitkomen met dak- en thuislozen gaan ze naar het Leger des Heils.”
“Het echte verschil maken wij in de persoonlijke verhalen”
– Abwin Luteijn
Nepal
Via Pro Life ging Abwin ook met Hulp Vervolgde Christenen naar een kindertehuis in India. Inmiddels zit hij in het bestuur van HVC en is hij coördinator voor het land Nepal. “Ik ga minimaal een keer per jaar naar Nepal toe om de christenen daar te bemoedigen, maar degene die echt bemoedigd wordt, dat ben ik. Mijn bezoek dit jaar werd uiteraard gekleurd door de ellende van de aardbevingen. Op afstand zijn wij heel betrokken geweest en hebben wij noodhulp geboden. Maar als je er bent en met de mensen zelf spreekt, dan gaat het nog dieper. Of zoals een van onze sponsorkinderen zei: ‘Het is raar, maar wist je dat je aan dode mensen went? De eerste keer schrik je als je ze op straat ziet liggen. Later loop je er gewoon omheen.’ Bijzonder is om te zien hoe de kerken in Nepal slachtoffers helpen. Een mooie manier om het Evangelie te vertellen met daden zonder woorden.”
Missie
Afsluitend komen we terecht bij het werk. “Christelijke zorg gaat over identiteit. Dat is van belang bij de inhoud van de zorg, zoals bij psychologische hulp of bij de sfeer waarin zorg wordt geboden, zoals thuiszorg en ouderenzorg. Voor een christen is het geloof de belangrijkste basis. Als je elkaar op dat moment (on)bewust kunt ontmoeten, dan heeft dat een positief effect op de zorg.” Waarin maakt Pro Life dan het verschil? “Veel werk dat wij doen, gebeurt achter de schermen. Afgelopen jaren is bijvoorbeeld een aantal christelijke zorginstellingen in (financiële) problemen gekomen.
Wij spelen dan een actieve rol om te zorgen dat die zorginstellingen door kunnen gaan of bij een andere christelijke zorginstelling terechtkomen. Maar het echte verschil maken wij in de persoonlijke verhalen: het ongeboren kind dat wij een vernieuwende operatie kunnen geven in het buitenland. De jonge vrouw die via ons bij een christen-psycholoog terechtkwam, wat het keerpunt is geweest in haar depressie en haar neiging tot zelfmoord. Dit zijn slechts twee verhalen van onze meer dan honderdduizend verzekerden. En ik hoor u al vragen, is dat het dan? Ja dat is het. De Joden zeggen: als je één mens hebt gered, dan heb je de wereld gered. Daar ga ik voor.”